Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid Voorbeeldclausules

Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. 1. Indien een werknemer door ziekte of arbeidsongeschiktheid verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, gelden voor hem de wettelijke bepalingen, voor zover hierna niet anders is bepaald. Voor werknemer die doorwerken na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van de Algemene Ouderdomswet (AOW) gelden de wettelijke bepalingen. a. In geval van arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 7:629 BW, zal aan de werknemer zolang het dienstverband voortduurt doch gedurende maximaal de eerste 52 weken 100% van het maandsalaris worden doorbetaald, indien de werknemer voldoet aan zijn re-integratie inspanningen conform artikel 7:660a BW. b. Aan de in lid 2 sub a van dit artikel bedoelde werknemer zal in geval van arbeidsongeschiktheid, zolang het dienstverband voortduurt doch gedurende maximaal de tweede 52 weken 70% van het maandsalaris worden doorbetaald. 3. Indien de in lid 2 sub b van dit artikel bedoelde werknemer invulling geeft aan zijn re-integratie inspanningen conform artikel 7:660a BW, al dan niet op therapeutische basis werkzaamheden verricht en een aanvullende zorgverzekering conform artikel 22 van deze CAO Sport heeft afgesloten, ontvangt deze werknemer de krachtens lid 1 van artikel 7:629 BW verplichte betaling van 70% van het maandsalaris en een aanvulling door de werkgever tot 90% van zijn maandsalaris. 4. De in lid 2 sub b van dit artikel bedoelde werknemer, van wie de Xxxxxxxx heeft aangegeven dat er geen enkel vooruitzicht is op herstel, ontvangt zijn maandsalaris bestaande uit de krachtens lid 1 van artikel 7:629 BW verplichte betaling van 70% van het maandsalaris en een aanvulling door de werkgever tot 100% van zijn maandsalaris. 5. Onder maandsalaris wordt verstaan het bruto inkomen dat de werknemer zou hebben ontvangen, indien de werknemer arbeidsgeschikt zou zijn geweest. 6. De pensioenopbouw zal niet nadelig beïnvloed worden gedurende de periode van 104 weken arbeidsongeschiktheid van de werknemer en geldt over het genoten salaris inclusief pensioengevende elementen. 7. De in dit artikel bedoelde loondoorbetalingen en aanvullingen door de werkgever worden beëindigd wanneer de arbeidsovereenkomst met de werknemer eindigt. 8. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde loondoorbetaling en -aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die: a. door opzet arbeidsongeschikt is geworden; b. arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van een gebrek, waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring...
Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. Eerste ziektejaar
Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. Xxxxxxx van arbeidsongeschiktheid van de werknemer wegens ziekte of ongeval, gelden de bepalingen van de van toepassing zijnde sociale verzekeringswetten en het Burgerlijk Wetboek. De werknemer die niet is staat is zijn arbeid te verrichten ontvangt gedurende zes maanden het volledige salaris (100%). Daarna wordt de uitbetaling gedurende 18 maanden teruggebracht tot 80% van het normale salaris, waarbij rekening gehouden wordt met het wettelijke minimum dat als bodem geldt. De werknemer die niet in staat is zijn arbeid te verrichten, is verplicht om alle arbeid die voor zijn krachten en bekwaamheden is berekend te aanvaarden, tenzij dat op grond van lichamelijke, geestelijke of sociale factoren niet gevergd kan worden van hem. Tevens is de werknemer verplicht om als er geen passende werkzaamheden bij de eigen werkgever zijn, passende werkzaamheden bij een andere werkgever te aanvaarden. Doet de werknemer dit niet dan verliest hij zijn recht op loondoorbetaling.
Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. Indien de werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling arbeidsongeschikt is en niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7: 629 B.W., de Ziektewet en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald.
Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. 1. ls een werknemer wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid niet in staat de afgesproken werkzaamheden uit te voeren, gelden voor hem de wettelijke bepalingen, tenzij in dit artikel anders wordt bepaald. Voor werknemers die doorwerken na het bereiken van AOW-gerechtigde leeftijd gelden de wettelijke bepalingen. 2. Gedurende de eerste 52 weken van zijn arbeidsongeschiktheid zoals bedoeld in artikel 7:629 BW ontvangt de werknemer zolang hij in dienst is van de werkgever 70% van het maandsalaris. Als de werknemer maximaal voldoet aan zijn re-integratie
Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. De werknemer die als gevolg van arbeidsongeschiktheid niet in staat is arbeid te verrichten ontvangt: gedurende het eerste jaar van de wettelijke periode 70% van het maandinkomen, tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon op grond van de Wet Financiering Sociale Verzekeringen. Gedurende deze periode ontvangt de werknemer een aanvulling op de arbeidsongeschiktheid tot 100% van het overeengekomen maandinkomen; gedurende het eerste jaar dat een WAO-uitkering wordt ontvangen bij volledige arbeidsongeschiktheid ontvangt de werknemer een aanvulling tot 100% van het overeengekomen maandinkomen zolang men nog in dienst is.
Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. Xxxxxxx van arbeidsongeschiktheid wordt de wettelijke uitkering overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van de cao, aangevuld tot het bruto maandinkomen dat de deeltijdmedewerker zou hebben verdiend, indien hij niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest. In geval de arbeidsongeschiktheid wordt voorafgegaan door een periode waarin de deeltijdmedewerker meer uren heeft gewerkt dan voor hem contractueel is vastgesteld, wordt de wettelijke uitkering aangevuld tot het gemiddeld maandinkomen dat de deeltijdmedewerker in de periode 12 maanden voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid heeft verdiend.
Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid 

Related to Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.

  • Arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn arbeid te verrichten, is verplicht zich te onderwerpen aan de medische- en lekencontrole die krachtens de sociale verzekeringswetten, inclusief Arbodienst en Arbowet en enig bedrijfsreglement, worden bepaald en/of uitgeoefend. 2. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid de bedongen arbeid niet verricht, dient zich voor wat betreft de melding aan de werkgever, controle- en re-integratievoorschriften, te houden aan de binnen de onderneming geldende regels van de Arbodienst. 3. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de werknemer in beginsel recht op een uitkering van 100 procent van het voor hem geldende brutoloon gedurende 52 weken, gevolgd door een nieuwe periode van 52 weken met een uitkering van 70 procent over het voor hem geldende brutoloon. Indien het bedrag dat op grond van dit lid wordt doorbetaald aan de werknemer lager zou zijn dan het bedrag waarop de werknemer recht heeft op grond van artikel 7:629 BW, dan moet voor de doorbetaling worden uitgegaan van het laatstgenoemde bedrag. 4. In enig kalenderjaar wordt op de uitkering bij arbeidsongeschiktheid, met inachtneming van het Wettelijk Minimumloon, per ziekmelding de aftrek van een aantal wachtdagen toegepast. Het aantal wachtdagen dat wordt afgetrokken bedraagt vanaf de eerste ziekmelding 1 wachtdag, met een maximum van 2 wachtdagen per kalenderjaar. 5. In het geval van opeenvolgende ziekmeldingen wordt de aftrek van een aantal wachtdagen, met inachtneming van een onderbreking van minder dan vier weken en voor zover er sprake is van hetzelfde ziektegeval, niet opnieuw toegepast. Indien de werknemer niet voldoet aan de voor hem geldende verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, heeft de werkgever het recht de uitkering te verlagen tot 70 procent van het brutoloon.

  • Ziekte en arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer die wegens ziekte geheel of gedeeltelijk verhinderd is zijn arbeid te verrichten, geniet van rechtswege geheel of gedeeltelijk verlof. 2. De werknemer is verplicht zo spoedig mogelijk aan de werkgever mededeling te doen van zijn verhindering, zijn medewerking te verlenen aan een geneeskundig onderzoek en ook overigens de hem in dit verband door de Arbodienst of uitvoeringsorganisatie gegeven voorschriften na te leven. 3. De werknemer die geheel of gedeeltelijk wegens ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, behoudt gedurende een termijn van twaalf maanden zijn volledige salaris. Vervolgens (tweede ziektejaar) ontvangt werknemer over de verlofuren wegens ziekte 70% van zijn salaris tot het einde dienstverband. De werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en die die geheel of gedeeltelijk wegens ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, behoudt vanaf zijn eerste ziektedag gedurende maximaal 13 weken aanspraak op zijn volledige salaris. Na deze periode heeft bedoelde werknemer geen recht meer op loon. 4. De werknemer die gerekend vanaf de eerste ziektedag twee jaar (104 weken) onafgebroken niet in staat is geweest zijn arbeid wegens ziekte geheel of gedeeltelijk te verrichten, heeft recht op een WIA- uitkering, indien hij aan de daarvoor gestelde eisen voldoet. 5. Het in lid 3 van dit artikel bepaalde is onverkort van toepassing op een werknemer die in het eerste ziektejaar een vervroegde geneeskundige keuring aanvraagt en aansluitend door het UWV volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt verklaard. 6. Indien het UWV op grond van artikel 25 negende lid van de WIA een tijdvak vaststelt, gedurende welke de werknemer jegens de werkgever aanspraak op loon heeft, ontvangt de werknemer over dat tijdvak loon ter hoogte van 80% van zijn loon over de verlofuren wegens ziekte. 7. Indien de werknemer een WAO, WIA-, IP- of een AAOP-uitkering is toegekend, wordt het bedrag van die uitkering(en) in mindering gebracht op het bedrag, waarop hij ingevolge de in het vierde of vijfde lid opgenomen bepaling recht heeft. 8. Indien, als gevolg van het handelen of nalaten van handelingen door werknemer, de WAO of WIA- uitkering geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, dan wel blijvende of tijdelijke vermindering ondergaat, wordt deze uitkering voor de toepassing van het vierde of vijfde lid geacht steeds onverminderd te zijn genoten. 9. Het bepaalde in de leden 4 tot en met 8 van dit artikel is niet van toepassing op een werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

  • Wat zijn de gevolgen voor verzekerden die al arbeidsongeschikt zijn? Is een verzekerde arbeidsongeschikt op het moment dat we de verzekering aanpassen? Dan blijven de bestaande voorwaarden voor hem van kracht. De nieuwe voorwaarden gelden pas als hij niet meer arbeidsongeschikt is. De nieuwe premie gaat wel in op het moment dat we de verzekering aanpassen.

  • Arbeidstijdenwet Voor deze cao gelden, tenzij anders bepaald, de normen van de Arbeidstijdenwet en de daarop berustende bepalingen, met dien verstande dat in werkroosters maximaal 5 nachtdiensten achter elkaar mogen worden ingeroosterd.