Common use of Vaste inrichting Clause in Contracts

Vaste inrichting. (1) Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (2) De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt. (3) Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (4) Een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (5) Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking "„vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking "„vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een winkel; f. een werkplaats; g. een commerciële opslagplaats (f) met betrekking tot personen die bedrijfsmatig een opslagplaats exploiteren); h. een boerderij, plantage of een andere plaats waar werkzaamheden op het gebied van landbouw, bosbouw of plantages of daarmee verband houdende werkzaamheden worden verricht; en i. een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of installatiewerkzaamheden vormt alleen een vaste inrichting indien de duur twaalf ervan zes maanden overschrijdt. 4. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste, tweede en derde lid, wordt een onderneming van een verdragsluitende staat die werk- zaamheden uitoefent in de territoriale zee en in gebieden buiten de ter- ritoriale zee waar de andere verdragsluitende staat in overeenstemming met het internationale recht rechtsmacht heeft of soevereine rechten uit- oefent (3) Een werkzaamheden buitengaats), geacht ter zake van die werkzaam- heden uitgezonderd wat betreft artikel 15, tweede lid, een bedrijf uit te oefenen door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting inrichting, tenzij de werkzaamheden in kwestie in de andere staat worden verricht gedu- rende een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maan- den in totaal minder dan 30 dagen voortduurt of voortduren. 5. Voor de toepassing van het vierde lid wordt de uitdrukking „werk- zaamheden buitengaats” niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) gebruik a. een van de activiteiten of een combinatie daarvan als genoemd in het zevende lid; b. sleep- of ankerwerkzaamheden door schepen die in de eerste plaats voor dat doel zijn ontworpen alsmede andere door zulke schepen ver- richte activiteiten; c. het vervoer van voorraden of personeel door schepen of luchtvaar- tuigen in internationaal verkeer. 6. Teneinde de duur van de werkzaamheden buitengaats ingevolge het vierde lid juncto het vijfde lid vast te stellen indien een onderneming die in de andere verdragsluitende staat werkzaamheden buitengaats ver- richt en is gelieerd aan een andere onderneming, welke andere onderne- ming als onderdeel van hetzelfde project dezelfde werkzaamheden bui- tengaats voortzet die worden of werden uitgevoerd door de eerstbedoelde onderneming, en de hiervoor bedoelde door beide ondernemingen ver- richte werkzaamheden bij elkaar opgeteld een tijdvak van ten minste 30 dagen omvatten wordt gemaakt iedere onderneming geacht haar werkzaamheden te verrichten gedurende een tijdvak van inrichtingen, ten minste 30 dagen in een tijd- vak van twaalf maanden. Een onderneming wordt geacht gelieerd te zijn aan een andere onderneming indien de ene onderneming onmiddellijk of middellijk ten minste een derde deel van het kapitaal van de andere onderneming bezit of indien een persoon onmiddellijk of middellijk ten minste een derde deel van het kapitaal van beide ondernemingen bezit. 7. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking „vaste inrichting” niet geacht te omvatten: a. het gebruikmaken van inrichtingen uitsluitend voor de opslag, uitstalling uitstal- ling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehouden, of koopwaar uitsluitend voor de opslag, uitstalling of afleveringafle- vering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebeho- rende goederen of koopwaar, die op een handelsbeurs of tentoonstelling wordt getoond en na afloop van die handelsbeurs of tentoonstelling door de onderneming wordt verkocht, mits een dergelijke handelsbeurs of ten- toonstelling ten hoogste eenmaal per jaar plaatsvindt; e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen informatie in te winnen; (e) f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van reclame, ] voor het verstrekken van informatie voor weten- schappelijk onderzoek, voor de onderneming; g. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende voor- bereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; h. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a) tot en met g) genoemde werk- zaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfs- inrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 8. Indien een persoon -niet – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger op wie het negende lid van paragraaf (5)- die in toepassing is – namens een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam isonderne- ming optreedt, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in een verdragsluitende staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepa- lingen van het eerste, tweede en vierde lid, geacht in die staat een vaste inrichting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die per- soon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het zevende lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de aankoop bepalin- gen van goederen voor de ondernemingdat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 9. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat een ver- dragsluitende staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair commis- sionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen per- sonen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Indien de werkzaamheden van een dergelijke vertegenwoordiger evenwel uitslui- tend of nagenoeg uitsluitend worden verricht voor die onderneming en tussen de onderneming en de vertegenwoordiger voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd ten aanzien van hun zakelijke en financi- ële betrekkingen die afwijken van die welke zouden worden overeenge- komen tussen onafhankelijke ondernemingen, wordt hij niet beschouwd als een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van dit lid. (6) 10. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, ver- dragsluitende staat een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat verdragsluitende staat of die dat in die andere Staat zaken doet staat haar bedrijf uitoefent (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "« vaste inrichting" inrichting » een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "« vaste inrichting" inrichting » omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;; en (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan is slechts dan een vaste inrichting indien de duur daarvan twaalf maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een « vaste inrichting wordt » niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats;; en (f) f. een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of installatiewerkzaamheden vormt alleen een vaste inrichting indien de duur ervan twaalf maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking “vaste inrichting wordt inrichting” niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) a. het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a tot en met e genoemde werkzaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger waarop het zesde lid van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat toepassing is - voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in een Verdragsluitende Staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, geacht in die Staat een vaste inrichting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de aankoop bepalingen van goederen voor de ondernemingdat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende een Verdragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die Staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking ",,vaste inrichting" ’’ een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking ",,vaste inrichting" ’’ omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats;, en (f) f. een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. De uitdrukking ,,vaste inrichting’’ omvat eveneens: a. een plaats van uitvoering van een bouwwerk, constructie-, montage- of installatiewerkzaamheden of daarmee verband houdende werkzaamheden van toezichthoudende aard, maar alleen indien de duur van dat bouwwerk of die werkzaamheden een periode van constructiewerkzaamheden waarvan zes maanden overschrijdt; b. het verlenen van diensten, daaronder begrepen diensten van advi- serende aard, door een onderneming door middel van werknemers of ander personeel die door de onderneming daarmee zijn belast, maar alleen indien zulke werkzaamheden (voor hetzelfde of een daarmee samenhangend project) in het land worden verricht gedurende een tijd- vak of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden een totaal van zes maanden te boven gaan; c. werkzaamheden in samenhang met de exploratie van natuurlijke rijkdommen, maar alleen indien de duur twaalf van die werkzaamheden een periode van zes maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking ,,vaste inrichting wordt inrichting’’ niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) a. het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebe- horende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebe- horende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking verwer- king door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen inlichtin- gen in te winnen; (e) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de letters a tot en met e genoemde werkzaam- heden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsin- richting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger waarop het zesde lid van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat toepassing is - voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten over- eenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in een Verdragsluitende Staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepa- lingen van het eerste en tweede lid, geacht in die Staat een vaste inrich- ting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsin- richting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de aankoop bepalingen van goederen voor de ondernemingdat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende een Verdragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die Staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair com- missionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Indien evenwel de werkzaamheden van zo’n vertegenwoordiger uitsluitend of nagenoeg uitsluitend worden verricht voor die onderneming en in zijn commerciële of financiële betrekkingen met de onderneming voorwaar- den zijn overeengekomen of opgelegd die afwijken van die welke in het algemeen door onafhankelijke vertegenwoordigers worden aanvaard, wordt hij niet geacht een onafhankelijk vertegenwoordiger in de zin van dit lid te zijn. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Verdrag- sluitende Staat, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting inrich- ting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "“vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "“vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder bijzonder: (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;, en (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g3. De uitdrukking “vaste inrichting” omvat tevens: a) de plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie-, assemblage- of installatiewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezicht daarop, doch alleen indien de duur van dat bouwwerk of die werkzaamheden 12 maanden te boven gaat; b) het verstrekken van constructiewerkzaamheden diensten, daaronder begrepen adviezen, door een onderneming door middel van werknemers of ander personeel die de onderneming daarvoor heeft in dienst genomen, doch alleen indien zodanige werkzaamheden (voor dezelfde of ermede verband houdende werkzaamheden) in een overeenkomstsluitende Staat worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur twaalf in totaal 183 dagen in enig tijdvak van 12 maanden overschrijdtte boven gaat. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een “vaste inrichting wordt inrichting” niet aanwezig geacht indien indien: (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering levering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of afleveringlevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de ondernemingonderneming andere werkzaamheden te verrichten, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is - in een overeenkomstsluitende Staat werkzaam is voor een onderneming van uit de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Wanneer de werkzaamheden van die makelaar, commissionair of vertegenwoordiger uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voor rekening van die onderneming worden uitgeoefend, wordt hij niet geacht een onafhankelijk vertegenwoordiger te zijn in de zin van deze paragraaf. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of wordt beheerst door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking "« vaste inrichting" inrichting » een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "« vaste inrichting" inrichting » omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;; en (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of installatiewerkzaamheden is slechts dan een vaste inrichting indien de duur daarvan twaalf maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking « vaste inrichting wordt » niet aanwezig geacht indien te omvatten : (a) het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de subparagrafen a tot en met e genoemde werkzaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat toepassing is- voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als is en in een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die verdragsluitende Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die,indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende een verdragsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Deze bepaling is niet van toepassing op een vertegenwoordiger die uitsluitend voor rekening van een of ten hoogste twee verzekeringsondernemingen handelt en die een machtiging bezit om namens die onderneming of ondernemingen overeenkomsten af te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende verdragsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende verdragsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "« vaste inrichting" inrichting » een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "« vaste inrichting" inrichting » omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven;, (b) een filiaal;, (c) een kantoor;, (d) een fabriek;, (e) een werkplaats;, en (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;gewonnen of geëxploiteerd. (g) de 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan is slechts dan een vaste inrichting indien de duur twaalf daarvan 12 maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de leden a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. De vertegenwoordiger, die voor rekening van een verzekeringsonderneming handelt en gewoonlijk namens de onderneming overeenkomsten afsluit, wordt niet geacht onder deze bepaling te vallen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze)inrichting, stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.hetzij

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking "„vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking "„vaste inrichting" omvat in het bijzonder ” omvat, maar is niet beperkt tot: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats; (f) f. een mijn, een steengroeve (steen)groeve of enige een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. De uitdrukking „vaste inrichting” omvat bovendien: a. een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie-, montage- of installatiewerkzaamheden of toezichthoudende activiteiten die daarmee verband houden, evenwel uitsluitend indien een dergelijke plaats van uitvoering, of de duur werkzaamheden of dergelijke activiteiten blijft voortbestaan respectievelijk voortduren voor een tijdvak van meer dan zes maanden; b. het verlenen van diensten, daaronder begrepen diensten van advi- serende aard, door een onderneming door middel van werknemers of andere personeelsleden die door de onderneming daartoe zijn aangesteld, maar alleen indien dergelijke werkzaamheden (voor hetzelfde of een daarmee samenhangend project) in een Verdragsluitende Staat voor een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden overschrijdt.in totaal meer dan zes maanden voortduurt of voortduren; (3) Een c. een persoon – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger waarop de bepalingen van het vijfde lid van dit artikel van toepassing zijn – die in een van beide Verdragsluitende Staten werkzaam is voor een onderneming van de andere Verdragsluitende Staat, indien deze persoon een machtiging bezit om in de eerstbedoelde Verdragsluitende Staat namens die onderneming overeenkomsten te sluiten en dit recht daar gewoonlijk uitoefent, met betrekking tot de werkzaamheden die die per- soon voor de onderneming verricht.. 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel omvat de uitdrukking „vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien inrichting’’ niet: (a) a. het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling uit- stalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenuitsluitend om voor de onderneming reclame te maken of om voor de onderneming weten- schappelijk onderzoek of vergelijkbare werkzaamheden van voorberei- dende aard of werkzaamheden die het karakter van hulpwerkzaamheid hebben uit te voeren; f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve een combinatie van de ondernemingin de onderdelen a tot en met e genoemde werk- zaamheden, die mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijf- sinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft. (4) 5. Een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- die onderneming in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (5) Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat beide Verdragsluitende Staten wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die Staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen makelaar, commissionair of vertegenwoordiger in de normale uitoefening van hun zijn bedrijf handelenhandelt. (6) . Een onderneming in een van beide Verdragsluitende Staten wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere Verdragsluitende Staat te bezitten uitsluitend omdat deze na afloop van een handelstentoonstelling of conferentie in de andere Verdragsluitende Staat doorgaat met de ver- koop van goederen of koopwaar die zij tijdens die handelstentoonstelling of conferentie heeft uitgestald. 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Verdrag- sluitende Staat, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting inrich- ting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit verdrag betekent de uitdrukking "„vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking "„vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats;; en (f) f. een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. De uitdrukking „vaste inrichting” omvat eveneens: a. een plaats van uitvoering van een bouwwerk bouwwerk, constructie-, montage- of installatiewerkzaamheden of daarmee verband houdende toezichthou- dende activiteiten, maar alleen indien de plaats van constructiewerkzaamheden waarvan uitvoering of de duur werkzaamheden of de activiteiten een periode van twaalf maanden overschrijdtover- schrijdt; b. het verlenen van diensten, daaronder begrepen diensten van advi- serende aard, door een onderneming door middel van werknemers of andere personeelsleden die door de onderneming daartoe zijn aangesteld, maar alleen indien dergelijke werkzaamheden (voor hetzelfde of een daarmee samenhangend project) in een verdragsluitende staat voor een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden in totaal meer dan 183 dagen voortduurt of voortduren. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking “vaste inrichting wordt inrichting” niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) gebruik wordt gemaakt a. het gebruikmaken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling uitstal- ling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of afleveringafle- vering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen informatie in te winnen; (e) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende voor- bereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a tot en met e genoemde werk- zaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfs- inrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger waarop het zesde lid van paragraaf (5)- die toepassing is − in een overeenkomstsluitende Staat voor verdragsluitende staat optreedt namens een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam isverdragsluitende staat, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten overeenkom- sten af te sluiten en dit recht aldaar in die verdragsluitende staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, geacht in die verdragsluitende staat een vaste inrichting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die per- soon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de aankoop bepalin- gen van goederen voor de ondernemingdat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat verdragsluitende staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat verdragsluitende staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die andere staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen in de normale uitoefening uit- oefening van hun bedrijf handelen. Indien de werkzaamheden van een dergelijke vertegenwoordiger uitsluitend of nagenoeg uitsluitend worden verricht voor die onderneming en tussen de onderneming en de verte- genwoordiger voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd ten aanzien van hun zakelijke en financiële betrekkingen die afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke onder- nemingen, wordt hij niet beschouwd als een onafhankelijke vertegen- woordiger in de zin van dit lid. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, verdrag- sluitende staat een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat verdragsluitende staat of die dat in die andere Staat zaken doet staat haar bedrijf uitoefent (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de andere.het andere.‌

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de werkzaamheden van de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden constructie- of montagewerkzaamheden waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt. (3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, werkzaamheden ten behoeve van de onderneming, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (4) . Een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 5 van paragraaf (5)- toepassing is - die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die andere Staat zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat indien deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) . De enkele omstandigheid dat een vennootschap vennoot die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, beheerst die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (§ 1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (§ 2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;werkplaats en (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g§ 3. De uitdrukking "vaste inrichting" omvat eveneens : a) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden constructie- of installatiewerkzaamheden doch alleen indien de duur ervan twaalf maanden overschrijdt; b) het verstrekken van diensten, daaronder begrepen adviezen, door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat door middel van werknemers of ander personeel in de andere overeenkomstsluitende Staat, op voorwaarde dat zodanige werkzaamheden voor dezelfde of ermede verband houdende werkzaamheden worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal twaalf maanden overschrijdtin enig tijdvak van 18 maanden te boven gaat. (3) Een § 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een "vaste inrichting wordt inrichting" niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een § 5. Indien een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is - voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) § 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) § 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;, en (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie-, assemblage- of installatiewerkzaamheden of daarmee verband houdende werkzaamheden van toezichthoudende of adviserende aard, is slechts dan een vaste inrichting indien de duur van dat bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf die werkzaamheden negen maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een "vaste inrichting wordt inrichting" niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is - voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Wanneer de werkzaamheden van zodanige vertegenwoordiger uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voor rekening van die onderneming worden uitgeoefend en indien de voorwaarden tussen de vertegenwoordiger en de onderneming afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke personen, wordt die vertegenwoordiger evenwel niet geacht een onafhankelijk vertegenwoordiger te zijn in de zin van deze paragraaf. In dat geval zijn de bepalingen van paragraaf 5 van toepassing. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking "„vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking "„vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats;; en (f) f. een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie-, montage- of installatiewerkzaamheden of daarmee verband houdende toezichthoudende activiteiten vormt uitsluitend een vaste inrichting in- dien de duur twaalf ervan 9 (negen) maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking “vaste inrichting wordt inrichting” niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) a. het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling uit- stalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende voor- bereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a tot en met e genoemde werk- zaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfs- inrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger waarop het zesde lid van paragraaf (5)- die toepassing is – in een overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat voor werkzaam is namens een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam isVerdragslui- tende Staat, wordt als een die onderneming niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, geacht in de eerstbedoelde eerstgenoemde Verdragsluitende Staat aanwezige een vaste inrichting beschouwdte hebben met betrekking tot de werkzaamhe- den die deze persoon voor de onderneming verricht, indien hij die Staat deze per- soon: a. een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in die Staat gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden de werk- zaamheden van deze persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij zouden worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinricht- ing op grond van de aankoop bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken; of b. een dergelijke machtiging niet bezit, maar in de eerstgenoemde Staat gewoonlijk een voorraad goederen voor of koopwaar aanhoudt uit welke hij goederen of koopwaar levert namens de onderneming. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende een Ver- dragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die Staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair commis- sionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen per- sonen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Indien de werkzaamheden van een dergelijke vertegenwoordiger evenwel volledig of bijna volledig worden verricht ten behoeve van die onderneming en tussen de onderneming en de vertegenwoordiger voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd ten aanzien van hun zakelijke en financi- ële betrekkingen die afwijken van die welke zouden worden overeenge- komen tussen onafhankelijke ondernemingen, wordt hij niet beschouwd als een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van dit lid. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Ver- dragsluitende Staat, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere.

Vaste inrichting. (§ 1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de werkzaamheden van de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (§ 2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) : 1* een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) ; 2* een filiaal; (c) ; 3* een kantoor; (d) ; 4* een fabriek; (e) ; 5* een werkplaats; (f) ; 6* een mijn, een steengroeve of enige een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) ; 7* de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden constructiewerkzaamheden, waarvan de duur twaalf negen maanden overschrijdt. (§ 3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht geacht, indien : (a) : 1* gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) ; 2* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) ; 3* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) ; 4* een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) ; 5* een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor andere, soortgelijke werkzaamheden, werkzaamheden ten behoeve van de onderneming, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (§ 4) . Een persoon -niet ­niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- 5­ die in een overeenkomstsluitende Staat van de Staten voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in die Staat gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (§ 5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat van de Staten wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat vertegenwoordiger indien deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Deze bepaling is niet van toepassing op een vertegenwoordiger die uitsluitend voor rekening van een of ten hoogste twee verzekeringsondernemingen handelt en die een machtiging bezit om namens die onderneming of ondernemingen overeenkomsten af te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent. (§ 6) . De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staatvan de Staten, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de werkzaamheden van de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats; (f) f. een mijn, een steengroeve of enige een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) g. de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden constructie- of montagewerkzaamheden, waarvan de duur twaalf maanden overschrijdtover- schrijdt. (3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien geacht, indien: (a) a. gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) c. een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking ver- werking door een andere onderneming; (d) d. een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) e. een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (4) . Een persoon -niet die in een van de Staten voor een onderneming van de andere Staat werkzaam is - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, het vijfde lid - wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige "vaste inrichting inrichting" beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in dit Staat gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen of koopwaar voor de onderneming. (5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat van de Staten wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid om- standigheid dat zij aldaar zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat indien deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) De enkele . Alleen de omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Staatvan de Staten, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "“vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "“vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder bijzonder: (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een magazijn met betrekking tot een persoon die opslagruimte ter beschikking van derden stelt; g) een verkooppunt; h) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;gewonnen of geëxploiteerd; en (gi) de plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie-, assemblage- of installatiewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezicht daarop, doch alleen indien de duur van dat bouwwerk of die werkzaamheden zes maanden in enig tijdvak van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt. (3) Een . Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een “vaste inrichting wordt inrichting” niet aanwezig geacht indien indien: (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; en f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een . Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is - voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 3 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) Een onderneming . Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat, behalve wat betreft herverzekeringsverrichtingen, geacht een vaste inrichting in de andere Staat te bezitten, wanneer een persoon, niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie paragraaf 6 van toepassing is, die voor rekening van die verzekeringsonderneming werkzaam is, een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en premies int in de andere overeenkomstsluitende Staat. 6. Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "uitdruk- king ″ vaste inrichting" inrichting″ een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "″ vaste inrichting" inrichting″ omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een landbouwbedrijf of een plantage; g) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g3. De uitdrukking ″ vaste inrichting″ omvat eveneens : a) de plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie-, assemblage- of installatiewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezicht daarop, indien de duur van dat bouwwerk of die werkzaam- heden zes maanden overschrijdt; b) het verstrekken van constructiewerkzaamheden diensten, daaronder begrepen adviezen, door een onderneming door middel van werknemers of ander personeel die de onderneming daarvoor heeft in dienst genomen, doch alleen indien zodanige werkzaamheden (voor dezelfde of ermede verband hou- dende werkzaamheden) in het land worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal drie maanden in enig tijdvak van twaalf maanden overschrijdtte boven gaat. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een ″ vaste inrichting wordt inrichting″ niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, opslag of uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling opslag of afleveringuitstalling; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (4) Een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (5) Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) de een plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie-, assemblage- of installatiewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezicht daarop, indien de duur van dat bouwwerk of van constructiewerkzaamheden die werkzaamheden een tijdperk van twaalf maanden overschrijdt; h) het verstrekken van diensten, daaronder begrepen adviezen, door een onderneming door middel van werknemers of ander personeel die de onderneming daarvoor in dienst heeft genomen, doch alleen indien zodanige werkzaamheden (voor dezelfde of ermede verband houdende werkzaamheden) in de overeenkomstsluitende Staat worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal zes maanden in enig tijdvak van twaalf maanden overschrijdtte boven gaat. (3) Een . Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een "vaste inrichting wordt inrichting" niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de ondernemingonderneming andere werkzaamheden te verrichten, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een . Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 5 van paragraaf (5)- die toepassing is - voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 3 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die Staat zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) . Niettegenstaande de bepalingen van paragrafen 4 en 5 wordt een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat, behalve wat herverzekeringsverrichtingen betreft, geacht een vaste inrichting in de andere Staat te bezitten, wanneer zij in die andere Staat premies int of aldaar gelegen risico's verzekert door bemiddeling van een aldaar gevestigde vertegenwoordiger, met uitsluiting van een onafhankelijke vertegenwoordiger als bedoeld in paragraaf 5, tenzij hij een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent. 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking "« vaste inrichting" inrichting » een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "« vaste inrichting" inrichting » omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;; en (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of installatiewerkzaamheden is slechts dan een vaste inrichting indien de duur daarvan twaalf maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking « vaste inrichting wordt » niet aanwezig geacht indien te omvatten : (a) het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoede- ren of koopwaar; (b) het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling uitstal- ling of aflevering; (c) het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen inlichtin- gen in te winnen; (e) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de subparagrafen a tot en met e genoemde werkzaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorberei- dende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat toepassing is- voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als is en in een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die verdragsluitende Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot wordt die onderneming, niettegenstaande de aankoop bepalingen van goederen voor de onderneming. (5) Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende die Staat te bezitten op grond hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die,

Vaste inrichting. (1) Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel met behulp waarvan een verblijfhouder van een Overeenkomstsluitende Staat een nijverheids- of gedeeltelijk handelsbedrijf uitoefent. (2) De uitdrukking "vaste inrichtingbedrijfsinrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegevenzetel van leiding; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een opslagplaats; g) een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (gh) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf 12 maanden overschrijdt. (3) Een Niettegenstaande de bepalingen in paragrafen (1) en (2) wordt een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien een vaste bedrijfsinrichting slechts voor een of meer van de volgende doeleinden gebruikt wordt : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend inrichtingen voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming verblijfhouder toebehorende goederen; (b) aanhouden van een voorraad van aan de onderneming verblijfhouder toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend goederenvoorraad voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) aanhouden van een voorraad van aan de onderneming verblijfhouder toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend goederenvoorraad voor de bewerking of verwerking door een andere ondernemingpersoon; (d) aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming verblijfhouder goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van werkzaamheden die voor de onderneming, die verblijfhouder van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhebben;of f) uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur 12 maanden niet overschrijdt. (4) Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf (3) a, c en d, indien een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste bedrijfsinrichting bezit en : a) goederen in de andere Overeenkomstsluitende Staat worden bewerkt of verwerkt (hetzij in de andere overeenkomstsluitende Staat aangekocht of niet); of b) goederen in de andere Overeenkomstsluitende Staat worden aangekocht (en niet buiten de andere Overeenkomstsluitende Staat worden bewerkt of verwerkt), wordt die verblijfhouder geacht in die andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting te bezitten indien die goederen geheel of gedeeltelijk door of namens die verblijfhouder worden verkocht voor gebruik, verbruikt of verhandeling in die andere Overeenkomstsluitende Staat. (5) Een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- 6)- die in een overeenkomstsluitende Overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming die verblijfhouder overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden de uitoefening van dat recht beperkt blijven blijft tot de aankoop van goederen voor de ondernemingdie verblijfhouder. (56) Een onderneming verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij hij aldaar zaken doet een nijverheids- of handelsbedrijf uitoefent door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen die makelaar, commissionair of vertegenwoordiger in de normale uitoefening van hun zijn bedrijf handelenhandelt. Deze paragraaf is niet van toepassing op een makelaar, commissionair of vertegenwoordiger die namens een verzekeringsmaatschappij handelt en een machtiging bezit, en dit recht gewoonlijk uitoefent, om namens die maatschappij overeenkomsten af te sluiten. (67) De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat, Overeenkomstsluitende Staat verbonden is met een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Overeenkomstsluitende Staat of met een persoon die in die andere Overeenkomstsluitende Staat zaken doet een nijverheids- of handelsbedrijf uitoefent (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een ) wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of die verblijfhouder van beide vennootschappen niet tot de eerstgenoemde Overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting in die andere Overeenkomstsluitende Staat bezit. (8) De regelen van de andereparagrafen (1) tot (7) zijn van toepassing om te bepalen of een vaste inrichting aanwezig is in een andere Staat dan een Overeenkomstsluitende Staat dan wel of een andere persoon dan een verblijfhouder van een Overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting in een Overeenkomstsluitende Staat bezit.

Vaste inrichting. (1) Voor de toepassing van deze Overeenkomst Overeenkomst, betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de werkzaamheden van de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, een steengroeve of enige af een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) een bezitting, gebezigd voor landbouw, veeteelt of bosbouw; (h) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden constructie­, installatie­ of montagewerkzaamheden, waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt. (3) Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, werkzaamheden die voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, die onderneming van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, zoals reclame, wetenschappelijk onderzoek of het geven van inlichtingen. (4) Een onderneming wordt geacht een vaste inrichting in een van de overeenkomstsluitende Staten te hebben en haar werkzaamheden met behulp van die vaste inrichting uit te oefenen, indien : (a) zij in die Staat gedurende langer dan twaalf maanden werkzaamheden van toezichthoudende aard verricht in verband met bouwwerken, constructie­, installatie­ of montagewerkzaamheden die in die Staat worden uitgevoerd; of (b) groot materiaal in die Staat wordt gebruikt gedurende langer dan twaalf maanden door, voor of onder contract met de onderneming bij de opsporing, zodanige opsporing of exploitatie. (5) Een persoon -niet die in een van de overeenkomstsluitende Staten voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, 6 - wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting van die onderneming beschouwd, indien : (a) hij die Staat een machtiging bezit om namens voor rekening van de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in die Staat gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming; of (b) hij, op deze wijze werkzaam, in die Staat voor de onderneming goederen vervaardigt of bewerkt welke aan de onderneming toebehoren, met dien verstande dat deze bepaling alleen van toepassing is met betrekking tot de op deze wijze vervaardigde of bewerkte goederen. (56) Een onderneming van een van de overeenkomstsluitende Staat Staten wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die andere Staat zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat indien deze personen persoon in de normale uitoefening van hun zijn bedrijf handelenals zulk een makelaar of vertegenwoordiger handelt. (67) De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een van de overeenkomstsluitende Staat, Staten een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van via de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die de andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt brengt niet met zich dat een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andereandere wordt gemaakt. (8) De beginselen die in de paragrafen (1) tot (7) zijn vermeld, zijn van toepassing indien voor de toepassing van deze Overeenkomst moet worden vastgesteld of er een vaste inrichting buiten beide overeenkomstsluitende Staten is, en of een onderneming, niet zijnde een onderneming van een van de overeenkomstsluitende Staten, een vaste inrichting in een van de overeenkomstsluitende Staten bezit.

Vaste inrichting. (1) Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (2) De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) met name: 1* een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) ; 2* een filiaal; (c) ; 3* een kantoor; (d) ; 4* een fabriek; (e) ; 5* een werkplaats; (f) ; 6* een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar van natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) de plaats van hulpbronnen in exploitatie; 7* uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden constructiewerkzaamheden, waarvan de duur twaalf negen maanden overschrijdt.. (zie eveneens artikel 2 van het Slotprotocol) (3) Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) : 1* gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, inrichtingen uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) ; 2* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) ; 3* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) ; 4* een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend om voor de onderneming aankoop van goederen aan te kopen of voor het inwinnen van inlichtingen in te winnen; (e) voor de onderneming; 5* een vaste bedrijfsinrichting ten behoeve van de onderneming wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor het verrichten van soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, die werkzaamheden welke van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (4) Een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- 5- die in een overeenkomstsluitende Staat voor rekening van een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, van de onderneming beschouwd indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven zich tot de aankoop van goederen voor de ondernemingonderneming beperken. (5) Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten bezitten, enkel op grond van de enkele omstandigheid het feit dat zij aldaar zaken doet drijft door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige enig andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Deze bepaling is niet van toepassing op een vertegenwoordiger die voor rekening van een verzekeringsonderneming handelt en die een machtiging bezit om namens deze onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent. (6) De enkele omstandigheid Het feit dat een vennootschap die inwoner is onderneming van een overeenkomstsluitende Staat, Staat een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat of een onderneming die in die andere Staat zaken doet drijft (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting~ hetzij op andere wijze), ) beheerst of door een dergelijke onderneming wordt beheerst stempelt op zichzelf niet een van beide vennootschappen niet ondernemingen tot een vaste inrichting van de andereandere onderneming.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "“vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "“vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder bijzonder: (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een magazijn met betrekking tot een persoon die opslagruimte ter beschikking van derden stelt; g) een verkooppunt; h) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;gewonnen of geëxploiteerd; en (gi) de plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie-, assemblage- of installatiewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezicht daarop, doch alleen indien de duur van dat bouwwerk of die werkzaamheden zes maanden in enig tijdvak van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt. (3) Een . Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een “vaste inrichting wordt inrichting” niet aanwezig geacht indien indien: (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; en f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een . Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is - voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 3 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) Een onderneming . Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat, behalve wat betreft herverzekeringsverrichtingen, geacht een vaste inrichting in de andere Staat te bezitten, wanneer een persoon, niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie paragraaf van toepassing is, die voor rekening van die verzekeringsonderneming werkzaam is, een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en premies int in de andere overeenkomstsluitende Staat. 6. Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder bijzonder: (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) gebouwen gebruikt als verkooppunt; (g) een mijn, een oliebron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (gh) de een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van montage- of constructiewerkzaamheden of werkzaamheden van toezicht daarop, indien de duur van dat bouwwerk of die werkzaamheden zes maanden overschrijdt; (i) het verstrekken van diensten, daaronder begrepen adviezen, door een onderneming door middel van een werknemer of ander personeelslid indien zodanige werkzaamheden in een overeenkomstsluitende Staat worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal 183 dagen in enig tijdvak van twaalf maanden overschrijdtte boven gaat. (3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien geacht, indien: (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, inrichtingen,- uitsluitend voor de opslag, opslag of uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling opslag of afleveringuitstalling; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen komen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (4) . Een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- 6 - die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, : (a) indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in die eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming, of (b) indien hij in de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen aanhoudt waaruit hij regelmatig bestellingen uitvoert voor rekening van de onderneming. (5) . Een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt, behalve met betrekking tot herverzekering geacht in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting te hebben indien zij op het grondgebied van die andere overeenkomstsluitende Staat premies int of aldaar gelegen risico's verzekert door middel van een werknemer of veen vertegenwoordiger die geen onafhankelijke vertegenwoordiger is in de zin van paragraaf 6. 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Indien een zodanige vertegenwoordiger zijn werkzaamheden uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voor rekening van die onderneming verricht, wordt hij niet geacht een onafhankelijk vertegenwoordiger in de zin van deze paragraaf te zijn. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere overeenkomstsluitende Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) Voor 1)Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. . (2) De 2)De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) met name: 1* een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) ; 2* een filiaal; (c) ; 3* een kantoor; (d) ; 4* een fabriek; (e) ; 5* een werkplaats; (f) ; 6* een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar van natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) de plaats van hulpbronnen in exploitatie; 7* uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden constructiewerkzaamheden, waarvan de duur twaalf negen maanden overschrijdt. . (3zie eveneens artikel 2 van het Slotprotocol) Een (3)Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) : 1* gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, inrichtingen uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) ; 2* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) ; 3* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) ; 4* een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend om voor de onderneming aankoop van goederen aan te kopen of voor het inwinnen van inlichtingen in te winnen; (e) voor de onderneming; 5* een vaste bedrijfsinrichting ten behoeve van de onderneming wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor het verrichten van soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, die werkzaamheden welke van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. . (4) Een 4)Een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- 5- die in een overeenkomstsluitende Staat voor rekening van een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, van de onderneming beschouwd indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven zich tot de aankoop van goederen voor de ondernemingonderneming beperken. (5) Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "“vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de onderneming haar werkzaamheden van een onderne-ming geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "“vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke natuur- lijke rijkdommen worden gewonnen;; en (g) de plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie-, assemblage- of instal- latiewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezicht daarop, doch alleen wan- neer de duur van dat bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf die werkzaamheden zes maanden overschrijdtte boven gaat. (3) Een . Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een “vaste inrichting wordt inrichting” niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering afle- vering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenaangehou- den, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenaangehou- den, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming onderne- ming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke de onderne- ming andere werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaar-de dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbe-reidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een persoon -niet . Indien een persoon, niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 5 van paragraaf (5)- die toepassing is, in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als die onderneming, niettegen-staande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in de eerstbedoelde eerstgenoemde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwdte hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, indien hij die persoon : a) in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn de werkzaamheden van die per- soon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 3 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste be- drijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de bepalingen van die paragraaf; of b) zodanige machtiging niet bezit maar in de eerstgenoemde Staat gewoonlijk een voor- raad goederen aanhoudt waaruit hij bestellingen uitvoert voor rekening van de ondernemingonder- neming. (5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in- richting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die andere overeenkomstsluitende Staat zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordigerverte- genwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf be- drijf handelen. (6) . De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, overeenkomst- sluitende Staat een vennootschap beheerst, of wordt beheerst of door een vennootschap wordt beheerstvennootschap, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken za- ken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, een olie­ of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) een landbouwbedrijf, een boerderij of een plantage. 3. De uitdrukking "vaste inrichting" omvat eveneens : a) de plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie­assemblage­ of installatiewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezicht daarop, doch alleen indien de duur van dat bouwwerk of die werkzaamheden 183 dagen overschrijdt; b) het verstrekken van constructiewerkzaamheden diensten, daaronder begrepen adviezen, door een onderneming door middel van werknemers of ander personeel die de onderneming daarvoor heeft in dienst genomen, doch alleen indien zodanige werkzaamheden (voor dezelfde of ermede verband houdende werkzaamheden) in het land worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal 183 dagen in enig tijdvak van twaalf maanden overschrijdtte boven gaat. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel, wordt een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, opslag of de uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling opslag of afleveringde uitstalling; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verschillende van de in de leden a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is - in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in de eerstbedoelde eerst vermelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwdte hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, indien hij die persoon : a) in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de bepalingen van die paragraaf; of b) zodanige machtiging niet bezit maar in de eerst vermelde Staat gewoonlijk een voorraad van goederen aanhoudt waaruit hij regelmatig bestellingen uitvoert voor rekening van de onderneming. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Wanneer de werkzaamheden van zodanige vertegenwoordiger uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voor rekening van die onderneming worden uitgeoefend, wordt hij evenwel niet geacht een onafhankelijk vertegenwoordiger te zijn in de zin van deze paragraaf. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, Staat een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, beheerst die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), ) stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel met behulp waarvan een verblijfhouder van een Overeenkomstsluitende Staat een nijverheids­ of gedeeltelijk handelsbedrijf uitoefent. (2) De uitdrukking "vaste inrichtingbedrijfsinrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegevenzetel van leiding; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een opslagplaats; g) een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (gh) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf 12 maanden overschrijdt. (3) Een Niettegenstaande de bepalingen in paragrafen (1) en (2) wordt een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien een vaste bedrijfsinrichting slechts voor een of meer van de volgende doeleinden gebruikt wordt : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend inrichtingen voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming verblijfhouder toebehorende goederen; (b) aanhouden van een voorraad van aan de onderneming verblijfhouder toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend goederenvoorraad voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) aanhouden van een voorraad van aan de onderneming verblijfhouder toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend goederenvoorraad voor de bewerking of verwerking door een andere ondernemingpersoon; (d) aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming verblijfhouder goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van werkzaamheden die voor de onderneming, die verblijfhouder van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhebben;of f) uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur 12 maanden niet overschrijdt. (4) Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf (3) a, c en d, indien een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste bedrijfsinrichting bezit en : a) goederen in de andere Overeenkomstsluitende Staat worden bewerkt of verwerkt (hetzij in de andere overeenkomstsluitende Staat aangekocht of niet); of b) goederen in de andere Overeenkomstsluitende Staat worden aangekocht (en niet buiten de andere Overeenkomstsluitende Staat worden bewerkt of verwerkt), wordt die verblijfhouder geacht in die andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting te bezitten indien die goederen geheel of gedeeltelijk door of namens die verblijfhouder worden verkocht voor gebruik, verbruikt of verhandeling in die andere Overeenkomstsluitende Staat. (5) Een persoon -niet ­niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- 6)­ die in een overeenkomstsluitende Overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming die verblijfhouder overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden de uitoefening van dat recht beperkt blijven blijft tot de aankoop van goederen voor de ondernemingdie verblijfhouder. (56) Een onderneming verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij hij aldaar zaken doet een nijverheids­ of handelsbedrijf uitoefent door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen die makelaar, commissionair of vertegenwoordiger in de normale uitoefening van hun zijn bedrijf handelenhandelt. Deze paragraaf is niet van toepassing op een makelaar, commissionair of vertegenwoordiger die namens een verzekeringsmaatschappij handelt en een machtiging bezit, en dit recht gewoonlijk uitoefent, om namens die maatschappij overeenkomsten af te sluiten. (67) De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat, Overeenkomstsluitende Staat verbonden is met een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Overeenkomstsluitende Staat of met een persoon die in die andere Overeenkomstsluitende Staat zaken doet een nijverheids­ of handelsbedrijf uitoefent (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een ) wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of die verblijfhouder van beide vennootschappen niet tot de eerstgenoemde Overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting in die andere Overeenkomstsluitende Staat bezit. (8) De regelen van de andereparagrafen (1) tot (7) zijn van toepassing om te bepalen of een vaste inrichting aanwezig is in een andere Staat dan een Overeenkomstsluitende Staat dan wel of een andere persoon dan een verblijfhouder van een Overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting in een Overeenkomstsluitende Staat bezit.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;, en (f) een mijn, een olie­ of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan een constructie­ of montagewerkzaamheden is slechts dan een vaste inrichting indien de duur daarvan twaalf maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de leden a tot e vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (45. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten indien : a) Een zij in die andere Staat gedurende meer dan twaalf maanden werkzaamheden van toezicht verricht met betrekking tot een bouwwerk of constructie­ of montagewerkzaamheden die in die andere Staat worden uitgevoerd; of b) in die andere Staat gedurende meer dan twaalf maanden gebruik van zwaar materieel of van zware werktuigen wordt gemaakt door of voor de onderneming of ingevolge een contract dat de onderneming heeft afgesloten. 6. Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 7 van paragraaf (5)- die toepassing is - voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (5) 7. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 8. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, Staat een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, beheerst die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat Staat, of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (§ 1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (§ 2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) : 1* een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) ; 2* een filiaal; (c) ; 3* een kantoor; (d) ; 4* een fabriek; (e) : 5* een werkplaats; (f) : 6* een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) geëxploiteerd; 7* de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt., (§ 3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) : 1* gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) ; 2* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) ; 3* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) ; 4* een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) ; 5* een vaste bedrijfsinrichting ten behoeve van de onderneming wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (§ 4) . Een persoon -niet niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- § 5 die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting van de onderneming beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (§ 5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (§ 6) . Een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt beschouwd in de andere Staat een vaste inrichting te hebben zodra zij op het grondgebied van de andere Staat premies int of op dat grondgebied gelegen risico's verzekert door bemiddeling van een in § 4 bedoelde vertegenwoordiger of van een onafhankelijke vertegenwoordiger die een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent. § 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat, Staat een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner verblijfhouder is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere. III. Belastingheffing naar het inkomen.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking "„vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking "„vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats; (f) f. een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;; en (g) de g. eigendommen ten behoeve van landbouw, beweiding of bosbouw. 3. De uitdrukking „vaste inrichting” omvat bovendien: a. een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie-, montage- of installatiewerkzaamheden of daarmee verband houdende toezichthoudende activiteiten, evenwel uitsluitend indien een dergelijke plaats van uitvoering of de werkzaamheden of dergelijke activiteiten blijft voortbestaan respectievelijk voortduren voor een tijdvak dat of tijd- vakken die in een tijdvak van twaalf maanden in totaal meer dan 183 dagen voortduurt of voortduren; b. het verlenen van diensten in een Verdragsluitende Staat, daaronder begrepen diensten van adviserende aard, door een onderneming door middel van werknemers of andere personeelsleden die door de onderne- ming daartoe zijn aangesteld, maar alleen indien deze werknemers of personeelsleden in die Verdragsluitende Staat aanwezig zijn voor het uit- voeren van hetzelfde of een daarmee samenhangend project, voor een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden in totaal meer dan 90 dagen voortduurt of voortduren; c. het gebruik van een constructie, installaties, boorinrichting, vaar- tuig of ander soortgelijk groot materieel: voor de exploratie naar, of exploitatie van, natuurlijke rijkdommen; of bij activiteiten die verband houden met deze exploratie of exploitatie voor een tijdvak dat of tijd- vakken die in een tijdvak van twaalf maanden in totaal meer dan 90 dagen voortduurt of voortduren. 4. Wanneer een onderneming van een Verdragsluitende Staat werk- zaamheden verricht in de andere Verdragsluitende Staat in verband met de exploratie of exploitatie van de zeebodem of elk gebied boven of onder de zeebodem en hun natuurlijke rijkdommen in die andere Staat voor een tijdvak dat in een tijdvak van twaalf maanden in totaal meer dan 30 dagen voortduurt, wordt zij, niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel, geacht dergelijke werkzaamheden te verrich- ten door middel van een vaste inrichting van die onderneming in de andere Staat, tenzij de werkzaamheden beperkt blijven tot de werkzaam- heden genoemd in het zesde lid. Werkzaamheden in verband met de exploratie of exploitatie van de zeebodem of elk gebied onder of boven de zeebodem en hun natuurlijke rijkdommen worden niet geacht te omvatten: a. sleep- of ankerwerkzaamheden door schepen die in de eerste plaats voor dat doel zijn ontworpen alsmede andere door zulke schepen ver- richte activiteiten; en b. het vervoer van voorraden of personeel door schepen of luchtvaar- tuigen in internationaal verkeer. 5. Ten behoeve van het bepalen van de duur twaalf maanden overschrijdtvan de werkzaamheden uit hoofde van het derde en vierde lid wordt het tijdvak waarin werk- zaamheden worden verricht in een Verdragsluitende Staat door een onderneming die gelieerd is aan een andere onderneming opgeteld bij het tijdvak waarin de werkzaamheden worden verricht door de onderne- ming waaraan zij gelieerd is indien de eerstbedoelde werkzaamheden samenhangen met de werkzaamheden die door laatstgenoemde onderne- ming in die Staat worden verricht, mits elk tijdvak waarin twee of meer gelieerde ondernemingen gelijktijdig werkzaamheden verrichten slechts eenmaal wordt meegerekend. Een onderneming wordt geacht gelieerd te zijn aan een andere onderneming indien de ene onderneming onmiddel- lijk of middellijk door de andere wordt beheerst, of indien beide onder- nemingen onmiddellijk of middellijk door een derde of derden worden beheerst. (3) Een 6. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking „vaste inrichting wordt inrichting” niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) a. het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling uit- stalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende voor- bereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a tot en met e genoemde werk- zaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste be- drijfsinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 7. Indien een persoon -niet – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger waarop het achtste lid van paragraaf (5)- die toepassing is – in een overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat werkzaam werk- zaam is, en een machtiging bezit om namens de onderneming overeen- komsten af te sluiten en dit recht in een Verdragsluitende Staat gewoon- lijk uitoefent, wordt als die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van het eerste, tweede, derde en vierde lid, geacht in die Staat een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die per- soon voor de onderneming verricht indien hij die Staat deze persoon: a. een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in die Verdragsluitende Staat gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn de werkzaamheden van deze persoon beperkt blijven tot de aankoop werk- zaamheden genoemd in het zesde lid, die, indien zij zouden worden uit- geoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste be- drijfsinrichting op grond van de bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken; of b. een dergelijke machtiging niet bezit, maar in de eerstgenoemde Staat gewoonlijk een opslagruimte voor goederen voor of koopwaar aanhoudt die op regelmatige basis wordt gebruikt om namens de ondernemingonderneming goederen of koopwaar te leveren, indien de goederen of koopwaar wor- den verkocht in de Verdragsluitende Staat waar de opslagruimte is gevestigd. (5) 8. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende een Ver- dragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die Staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair commis- sionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen per- sonen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Indien een dergelijke vertegenwoordiger al zijn werkzaamheden of nagenoeg al zijn werkzaamheden namens voornoemde onderneming verricht en de onder- neming en de vertegenwoordiger in hun handelsbetrekkingen en finan- ciële betrekkingen verbonden zijn door opgelegde of aanvaarde voor- waarden die afwijken van de voorwaarden die tussen onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen, wordt deze vertegenwoordiger niettegenstaande het bovenstaande met betrekking tot dit lid niet als een onafhankelijke vertegenwoordiger beschouwd. (6) 9. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Ver- dragsluitende Staat, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere.

Vaste inrichting. (§ 1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (§ 2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) 1° een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) 2° een filiaal; (c) 3° een kantoor; (d) 4° een fabriek; (e) 5° een werkplaats; (f) 6° een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnengeëxploiteerd; (g) 7° de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt. (§ 3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) 1° gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) 2° een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) 3° een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking bewering of verwerking door een andere onderneming;. (d) 4° een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) 5° een vaste bedrijfsinrichting ten behoeve van de onderneming wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (§ 4) . Een persoon -niet ­niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- 5­ die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting van de onderneming beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (§ 5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen persoon in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (§ 6) . Niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 4 en 5, wordt een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat beschouwd in de andere Staat een vaste inrichting te hebben zodra zij op het grondgebied van die andere Staat premies int of op dat grondgebied gelegen risico's verzekert door bemiddeling van een in paragraaf 4 bedoelde vertegenwoordiger of van een onafhankelijke vertegenwoordiger die een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent. § 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner verblijfhouder is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking "„vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking "„vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats;; en (f) f. een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) 3. De uitdrukking „vaste inrichting” omvat voorts een bouwterrein of constructie-, montage-, installatie- of baggerwerkzaamheden, evenwel uitsluitend indien het bouwterrein of de plaats werkzaamheden langer dan zes maanden blijft voortbestaan respectievelijk voortduren. 4. Niettegenstaande de bepalingen van uitvoering het eerste, tweede en derde lid, waar een onderneming van een bouwwerk verdragsluitende partij diensten ver- richt in de andere verdragsluitende partij a. door middel van een natuurlijke persoon die in de andere verdrag- sluitende partij aanwezig is gedurende een tijdvak dat of tijdvakken die een totaal van constructiewerkzaamheden waarvan 183 dagen te boven gaat of gaan in een tijdvak van twaalf maanden, en meer dan 50 percent van de duur bruto-ontvangsten die aan bedrijfsmatige activiteiten van de onderneming gedurende dat tijdvak of die tijdvakken toegerekend kunnen worden afkomstig is van de diensten die via die natuurlijke persoon in de andere verdragsluitende partij ver- richt worden, of b. gedurende een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden overschrijdteen totaal van 183 dagen te boven gaat of gaan en deze diensten worden verricht voor dezelfde werkzaamheden of met elkaar verbonden werkzaamheden via een of meer natuurlijke personen die aanwezig zijn en deze diensten verrichten in de andere verdragsluitende partij. De in de andere verdragsluitende partij in het kader van deze diensten verrichte activiteiten worden geacht te worden verricht door middel van een vaste inrichting van de in de andere verdragsluitende partij geves- tigde onderneming, tenzij deze diensten beperkt zijn tot die welke zijn vermeld in het vijfde lid, die indien zij zouden worden verricht door een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. Voor de toepassing van dit lid worden diensten namens een onderneming ver- richt door een natuurlijke persoon niet geacht via die natuurlijke persoon te zijn verricht door een andere onderneming, tenzij die andere onder- neming toezicht houdt op, aanwijzingen geeft voor of leiding geeft aan de wijze waarop de diensten door de natuurlijke persoon worden ver- richt. (3) Een 5. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking „vaste inrichting wordt inrichting” niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) gebruik wordt gemaakt a. het gebruikmaken van inrichtingen, inrichtingen uitsluitend voor de opslag, uitstalling uitstal- ling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of afleveringafle- vering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in informatie te winnenverzamelen; (e) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voor- bereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft; f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve een combinatie van de ondernemingin de onderdelen a. tot en met e. genoemde werk- zaamheden, die mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfs- inrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenheeft. (4) Een 6. Indien een persoon -niet – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger op wie het zevende lid van paragraaf (5)- die toepassing is – optreedt in een overeenkomstsluitende Staat voor verdrag- sluitende partij namens een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam isverdragsluitende partij, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten overeenkom- sten af te sluiten en dit recht aldaar in een verdragsluitende partij gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, geacht in de eerstgenoemde verdragsluitende partij een vaste inrichting te hebben met betrekking tot de werkzaamhe- den die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn werkzaamheden de werkzaam- heden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vijfde lid, die, indien zij zouden worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de aankoop bepalingen van goederen voor de ondernemingdat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 7. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat een ver- dragsluitende partij te bezitten uitsluitend op grond van de enkele omstandigheid omstandig- heid dat zij aldaar in die verdragsluitende partij zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordigerverte- genwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 8. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, verdrag- sluitende partij een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat verdragsluitende partij of die dat in die andere Staat verdragsluitende partij zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking "„vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking "„vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder bijzonder: (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;, en (f) een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of installatiewerkzaamheden vormt alleen een vaste inrichting indien de duur ervan twaalf maanden overschrijdt. 4. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, wordt een onderneming van een verdragsluitende staat die werkzaamheden uit- oefent in de territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waar de andere verdragsluitende staat in overeenstemming met het interna- tionale recht rechtsmacht of soevereine rechten uitoefent (3) Een werkzaamhe- den buitengaats), geacht ter zake van die werkzaamheden, behoudens met betrekking tot artikel 14, tweede lid, in de andere staat een bedrijf uit te oefenen door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting inrichting, tenzij de werkzaamheden in kwestie in de andere staat worden verricht gedurende een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden in totaal minder dan 30 dagen voortduurt of voortduren. 5. Voor de toepassing van het vierde lid van dit artikel wordt de uit- drukking „werkzaamheden buitengaats” evenwel geacht niet aanwezig geacht indien te omvat- ten: (a) gebruik een van de activiteiten of een combinatie daarvan als genoemd in het zevende lid; b) sleep- of ankerwerkzaamheden door schepen die in de eerste plaats voor dat doel zijn ontworpen alsmede andere door zulke schepen ver- richte activiteiten; c) het vervoer van voorraden of personeel door schepen of luchtvaar- tuigen in internationaal verkeer. 6. Teneinde de duur van de werkzaamheden buitengaats ingevolge het vierde lid juncto het vijfde lid vast te stellen indien een onderneming die in de andere verdragsluitende staat werkzaamheden buitengaats ver- richt en is gelieerd aan een andere onderneming, welke andere onderne- ming als onderdeel van hetzelfde project dezelfde werkzaamheden bui- tengaats voortzet die worden of werden uitgevoerd door de eerstbedoelde onderneming, en de hiervoor bedoelde door beide ondernemingen ver- richte werkzaamheden omvatten bij elkaar opgeteld een tijdvak van ten minste 30 dagen, wordt gemaakt iedere onderneming geacht haar werkzaamhe- den te verrichten gedurende een tijdvak van inrichtingen, ten minste 30 dagen in een tijdvak van twaalf maanden. Een onderneming wordt geacht gelieerd te zijn aan een andere onderneming indien de ene onderneming onmiddel- lijk of middellijk ten minste een derde deel van het kapitaal van de andere onderneming bezit of indien een persoon onmiddellijk of middel- lijk ten minste een derde deel van het kapitaal van beide ondernemingen bezit. 7. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking „vaste inrichting” niet geacht te omvatten: a) het gebruikmaken van inrichtingen uitsluitend voor de opslag, uitstalling uitstal- ling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of afleveringafle- vering; (c) het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebeho- rende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen informatie in te winnen; (e) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende voor- bereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a tot en met e genoemde werk- zaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfs- inrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 8. Indien een persoon -niet – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger waarop het negende lid van paragraaf (5)- die in toepassing is – namens een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam isonderne- ming optreedt, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om in een verdragsluitende staat namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk ge- woonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalin- gen van het eerste, tweede en vierde lid, geacht in die staat een vaste inrichting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die per- soon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het zevende lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de aankoop bepalin- gen van goederen voor de ondernemingdat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 9. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat een ver- dragsluitende staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair commis- sionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen per- sonen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 10. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, ver- dragsluitende staat een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat verdragsluitende staat of die dat in die andere Staat staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere.

Vaste inrichting. (§ 1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (§ 2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) : 1* een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) ; 2* een filiaal; (c) ; 3* een kantoor; (d) ; 4* een fabriek; (e) ; 5* een werkplaats; (f) ; 6* een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) geëxploiteerd; 7* de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt. (§ 3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) : 1* gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) ; 2* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) ; 3* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) ; 4* een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) winnen : 5* een vaste bedrijfsinrichting ten behoeve van de onderneming wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (§ 4) . Een persoon -niet niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- § 5 die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting van de onderneming beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. Evenwel wordt een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat geacht in de andere Staat een vaste inrichting te hebben wanneer zij aldaar gelegen risico's verzekert door bemiddeling van een aldaar gevestigde agent, met uitsluiting van een agent als bedoeld in § 5 tenzij hij een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent. (§ 5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (§ 6) . De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner verblijfhouder is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (§ 1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (§ 2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) 1° een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) 2° een filiaal; (c) 3° een kantoor; (d) 4° een fabriek; (e) 5° een werkplaats; (f) 6° een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnengeëxploiteerd; (g) 7° de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf zes maanden overschrijdt. (§ 3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) 1° gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) 2° een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) 3° een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) 4° een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) 5° een vaste bedrijfsinrichting ten behoeve van de onderneming wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, ,die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (§ 4) . Een persoon -niet ­niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- § 5­ die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting van de onderneming beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (§ 5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Deze bepaling is niet van toepassing op een vertegenwoordiger, die voor rekening van een verzekeringsonderneming handelt en die een machtiging bezit om namens deze onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent. (§ 6) . De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is onderneming van een overeenkomstsluitende Staat, Staat een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat of een onderneming die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), beheerst of door een dergelijke onderneming wordt beheerst stempelt een van beide vennootschappen ondernemingen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een landbouwbedrijf of een plantage; g) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g3. De uitdrukking "vaste inrichting" omvat eveneens : a) de plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie-, assemblage- of installatiewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezicht daarop, indien de duur van dat bouwwerk of die werkzaamheden zes maanden overschrijdt; b) het verstrekken van constructiewerkzaamheden diensten, daaronder begrepen adviezen, door een onderneming door middel van werknemers of ander personeel die de onderneming daarvoor heeft in dienst genomen, doch alleen indien zodanige werkzaamheden (voor dezelfde of ermede verband houdende werkzaamheden) in het land worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal drie maanden in enig tijdvak van twaalf maanden overschrijdtte boven gaat. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een "vaste inrichting wordt inrichting" niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, opslag of uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling opslag of afleveringuitstalling; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (4) Een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (5) Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.verrichten;

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de met behulp waarvan een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegevengegeven ; (b) een filiaalfiliaal ; (c) een kantoorkantoor ; (d) een fabriekfabriek ; (e) een werkplaatswerkplaats ; (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar van onderzoek en winning van natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) een verkooppunt ; en h) een opslagplaats, ter beschikking gesteld van een persoon voor het opslaan van andermans goederen. 3. De uitdrukking "vaste inrichting" omvat eveneens : a) de plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructiewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezicht daarop, doch uitsluitend indien de duur van dat bouwwerk of van constructiewerkzaamheden die werkzaamheden zes maanden overschrijdt ; b) het verstrekken van diensten, daaronder begrepen adviezen, door een onderneming door middel van werknemers of andere personeelsleden die daarvoor door de onderneming werden aangeworven, maar uitsluitend indien zodanige werkzaamheden op het grondgebied van de overeenkomstsluitende Staat (voor hetzelfde project of voor een verbonden project) worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de totale duur 75 dagen in enig tijdvak van twaalf maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een "vaste inrichting wordt inrichting" niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering levering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen ; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of afleveringlevering ; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere ondernemingonderneming ; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnenwinnen ; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de ondernemingonderneming andere werkzaamheden te verrichten, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhebben ; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 7 van paragraaf (5)- die toepassing is - in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de een andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in de eerstbedoelde eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat aanwezige vaste inrichting beschouwdte hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, indien hij die persoon : a) in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen in de zin van bedoelde paragraaf ; of b) zodanige machtiging niet bezit, maar in de eerstgenoemde Staat gewoonlijk een voorraad van goederen aanhoudt waaruit hij regelmatig bestellingen uitvoert voor rekening van de onderneming. (5) Een onderneming 6. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel, wordt een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat - behalve met betrekking tot herverzekering - geacht in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting te hebben indien zij op het grondgebied van die andere Staat premies int of aldaar gelegen risico's verzekert door middel van een persoon, niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie paragraaf 7 van toepassing is. 7. Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Wanneer de werkzaamheden van zodanige vertegenwoordiger uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voor rekening van die onderneming worden uitgeoefend en er tussen die onderneming en de vertegenwoordiger in hun handelsbetrekkingen en financiële betrekkingen voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd, die afwijken van die welke overeengekomen zouden kunnen worden tussen onafhankelijke ondernemingen, wordt hij evenwel niet geacht een onafhankelijk vertegenwoordiger te zijn in de zin van deze paragraaf. (6) 8. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of wordt beheerst door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats;, en (f) f. een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of montagewerkzaamheden vormt alleen een vaste inrichting indien de duur twaalf ervan 12 maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking "vaste inrichting wordt inrichting" niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) a. het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de letters a tot en met e genoemde werkzaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin waarop het zesde lid van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat toepassing is - voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in een Overeenkomstsluitende Staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, geacht in die Staat een vaste inrichting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de aankoop bepalingen van goederen voor de ondernemingdat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende een Overeenkomstsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die Staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Over- eenkomstsluitende Staat, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Overeenkomstsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking ",,vaste inrichting" ’’ een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking ",,vaste inrichting" ’’ omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats;, en (f) f. een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of installatiewerkzaamheden vormt alleen een vaste inrichting indien de duur twaalf ervan zes maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking ,,vaste inrichting wordt inrichting’’ niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) a. het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling uit- stalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebe- horende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebe- horende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking verwer- king door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen inlichtin- gen in te winnen; (e) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a tot en met e genoemde werk- zaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijf- sinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger waarop het zesde lid van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat toepassing is – voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten over- eenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in een Verdragsluitende Staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepa- lingen van het eerste en tweede lid, geacht in die Staat een vaste inrich- ting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsin- richting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de aankoop bepalingen van goederen voor de ondernemingdat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende een Verdragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die Staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair com- missionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Verdrag- sluitende Staat, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting inrich- ting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;, en (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of installeringswerkzaamheden, of van werkzaamheden van toezicht daarop (daarin inbegrepen inspectiewerkzaamheden) is slechts dan een vaste inrichting indien de duur twaalf daarvan negen maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een "vaste inrichting wordt inrichting" niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik Gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor enkel de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een Een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor enkel de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor enkel de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming enkel goederen aan te kopen of enkel inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is- voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de werkzaamheden van de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder bijzonder: (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnengeëxploiteerd; (ge) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden constructiewerkzaamheden, waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt. (3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien geacht, indien: (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben; f) een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat, die niet onder de toepassing van de § 2 en 4 valt, zich ertoe beperkt in de andere overeenkomstsluitende Staat goederen of rechten als bedoeld in artikel 12, § 3 te verhuren, te verpachten of het recht van gebruik daarvan af te staan. (4) . Een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- § 5 - die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting van de onderneming beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de die onderneming. (5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) . De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (§ 1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de met behulp waarvan een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (§ 2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven;, (b) een filiaal;, (c) een kantoor;, (d) een fabriek;, (e) een werkplaats;, en (f) een mijn, een olie of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de § 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie of montagewerkzaamheden maakt slechts een vaste inrichting uit indien de duur daarvan twaalf maanden overschrijdt. (3) Een § 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een "vaste inrichting wordt inrichting" niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid hebben te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de leden a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een § 5. Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin waarop § 6 van paragraaf (5)- die toepassing is - voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de §§ 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot die welke zijn vermeld in § 4 en die, indien zij met behulp van een vaste bedrijfsinrichting zouden worden uitgeoefend, het niet mogelijk zouden maken overeenkomstig de aankoop bepalingen van goederen voor de ondernemingdeze paragraaf die inrichting als een vaste inrichting te beschouwen. (5) § 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Wanneer een vertegenwoordiger voor een verzekeringsonderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat een machtiging bezit om namens die onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming evenwel geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben. (6) § 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerstbeheert, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichtinginrichting " omvat in het bijzonder : (a) een plaats plaats. waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;, en (f) een mijn, een olie of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) 3. De uitdrukking "vaste inrichting" omvat eveneens de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan een constructie of assemblageketen of de werkzaamheden van toezicht daarop, indien de duur twaalf van deze plaats van uitvoering van een bouwwerk, deze keten of deze werkzaamheden 6 maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederen, wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek onderzoek, voor voorbereidende werkzaamheden, voor het verlenen van leningen of voor andere soortgelijke werkzaamheden, voor zover die werkzaamheden zijn uitgevoerd ten behoeve van de onderneming, die onderneming en van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de leden a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 7 van paragraaf (5)- die toepassing is voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefentuitoefent wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) Een onderneming 6. Niettegenstaande de bepalingen van dit artikel en behalve wat betreft herverzekeringsverrichtingen, wordt een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat, geacht een vaste inrichting in de andere Staat te bezitten, wanneer zij op het grondgebied van die andere Staat premies int of aldaar gelegen risico's verzekert door bemiddeling van een persoon niet zijnde een onafhankelijk vertegenwoordiger waarop de volgende paragraaf van toepassing is. 7. Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, makelaar een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelenhandelen en dat zij in hun handelsbetrekkingen of financiële betrekking en met deze onderneming geen voorwaarden hebben overeengekomen of opgelegd die afwijken van die welke algemeen worden overeengekomen met onafhankelijke vertegenwoordigers. (6) 8. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op een andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats; (f) f. een gebouw dat als verkoopgelegenheid wordt gebruikt; g. een boerderij of plantage; h. een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar voor de exploratie, winning of exploitatie van natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;rijkdommen. (g) de 3. De uitdrukking “vaste inrichting” omvat tevens een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie-, montage- of installatiewerkzaamheden of toezichthoudende activiteiten die met deze plaats of werkzaamheden verband houden, evenwel uitsluitend indien een dergelijke plaats van uitvoering of de duur werkzaamheden of dergelijke activiteiten blijft voortbestaan respectievelijk voortduren voor een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden overschrijdtmeer dan zes maanden voortduurt of voortduren. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking “vaste inrichting wordt inrichting” niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) a. het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a tot en met e genoemde werkzaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin waarop het zevende lid van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat toepassing is - voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in een Verdragsluitende Staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, geacht in die Staat een vaste inrichting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de aankoop bepalingen van goederen voor de ondernemingdat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 6. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een verzekeringsonderneming van een Verdragsluitende Staat behalve wat betreft herverzekering geacht in de andere Verdragsluitende Staat een vaste inrichting te hebben indien zij premies int op het grondgebied van die andere Verdragsluitende Staat of aldaar aanwezige risico’s verzekert via een persoon niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie het zevende lid van toepassing is. 7. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende een Verdragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die Staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Indien de werkzaamheden van een dergelijke vertegenwoordiger evenwel volledig of bijna volledig worden verricht ten behoeve van die onderneming en tussen de onderneming en de vertegenwoordiger voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd ten aanzien van hun zakelijke en financiële betrekkingen die afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen, wordt hij niet beschouwd als een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van dit lid. (6) 8. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;, en (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of montagewerkzaamheden is slechts dan een vaste inrichting indien de duur daarvan twaalf maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is - voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "« vaste inrichting" inrichting » een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "« vaste inrichting" inrichting » omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;werkplaats en (f) een mijn, een olie­ of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g3. De uitdrukking « vaste inrichting » omvat eveneens : a) de plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie­, assemblage­ of installatiewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezicht daarop, doch alleen indien de duur van dat bouwwerk of die werkzaamheden twaalf maanden overschrijdt; b) het verstrekken van constructiewerkzaamheden diensten, daaronder begrepen adviezen of diensten van leidinggevende aard, door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat door middel van werknemers of ander personeel die de onderneming daarvoor heeft in dienst genomen, doch alleen indien zodanige werkzaamheden op het territorium van de andere overeenkomstsluitende Staat worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur twaalf in totaal negen maanden overschrijdtin enig tijdvak van vijftien maanden te boven gaat. Er is geen vaste inrichting in enig kalenderjaar waarin de in subparagraaf a) of b) van deze paragraaf beschreven werkzaamheid respectievelijk wordt uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal minder dan 30 dagen in dat kalenderjaar bedraagt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een « vaste inrichting wordt » niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, opslag of uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling opslag of afleveringuitstalling; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, werkzaamheden ten behoeve van de onderneming, onderneming die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een bestempelt één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) § 1 Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden van een overeenkomstsluitende Staat geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend in de andere overeenkomstsluitende Staat. (2) § 2 De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder bijzonder: (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;werkplaats en (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de § 3 De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan is slechts dan een vaste inrichting indien de duur daarvan twaalf maanden overschrijdt. (3) Een § 4 Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een "vaste inrichting wordt inrichting" niet aanwezig geacht indien indien: (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een § 5 Indien een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is- voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) § 6 Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) § 7 De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking ",,vaste inrichting" ’’ een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking ",,vaste inrichting" ’’ omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats;, en (f) f. een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de 3. Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of montagewerkzaamheden vormt alleen een vaste inrichting indien de duur ervan twaalf maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking ,,vaste inrichting wordt inrichting’’ niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) a. het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling uit- stalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebe- horende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebe- horende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking verwer- king door een andere onderneming; (d) d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen inlichtin- gen in te winnen; (e) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de letters a tot en met e genoemde werkzaam- heden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsin- richting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger waarop het zesde lid van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat toepassing is – voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten over- eenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in een van de Staten gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, geacht in die Staat een vaste inrichting te heb- ben met betrekking tot de aankoop van goederen werkzaamheden die persoon voor de ondernemingonder- neming verricht, tenzij de werkzaamheden van die persoon beperkt blij- ven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in een van de andere overeenkomstsluitende Staat Staten te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die Staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Staatvan de Staten, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp het- zij door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt stem- pelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de werkzaamheden van de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder bijzonder: (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, een steengroeve of enige een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) een bezitting, gebezigd voor landbouw, veeteelt of bosbouw; h) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden constructie-, installatie- of montagewerkzaamheden, waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt. (3) Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat: (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, werkzaamheden die voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, die onderneming van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, zoals reclame, wetenschappelijk onderzoek of het geven van inlichtingen. (4) Een onderneming wordt geacht een vaste inrichting in een van de andere overeenkomstsluitende Staten te hebben en haar werkzaamheden met behulp van die vaste inrichting uit te oefenen, indien: a) zij in die Staat gedurende langer dan twaalf maanden werkzaamheden van toezichthoudende aard verricht in verband met bouwwerken, constructie-, installatie- of montagewerkzaamheden die in die Staat worden uitgevoerd, of b) groot materiaal in die Staat wordt gebruikt gedurende langer dan twaalf maanden door, voor of onder contract met de onderneming bij de opsporing, zodanige opsporing of exploitatie. 5) Een persoon -niet die in een van de overeenkomstsluitende Staten voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, 6 - wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting van die onderneming beschouwd, indien indien: a) hij die Staat een machtiging bezit om namens voor rekening van de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in die Staat gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming, of b) hij, op deze wijze werkzaam, in die Staat voor de onderneming goederen vervaardigt of bewerkt welke aan de onderneming toebehoren, met dien verstande dat deze bepaling alleen van toepassing is met betrekking tot de op deze wijze vervaardigde of bewerkte goederen. (56) Een onderneming van een van de overeenkomstsluitende Staat Staten wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die andere Staat zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat indien deze personen persoon in de normale uitoefening van hun zijn bedrijf handelenals zulk een makelaar of vertegenwoordiger handelt. (67) De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een van de overeenkomstsluitende Staat, Staten een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt brengt niet met zich dat een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andereandere wordt gemaakt. 8) De beginselen die in de paragrafen 1 tot 7 zijn vermeld, zijn van toepassing indien voor de toepassing van deze Overeenkomst moet worden vastgesteld of er een vaste inrichting buiten beide overeenkomstsluitende Staten is, en of een onderneming, niet zijnde een onderneming van een van de overeenkomstsluitende Staten, een vaste inrichting in een van de overeenkomstsluitende Staten bezit.

Vaste inrichting. (§ 1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (§ 2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnengeëxploiteerd; (g) een plantage; (h) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt. (§ 3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting ten behoeve van de onderneming wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (§ 4) . Een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- 5- die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, beschouwd indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. Een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt evenwel geacht in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting te hebben wanneer zij op het grondgebied van die andere Staat premies in of op dat grondgebied gelegen risico's verzekert door bemiddeling van een in het vorige lid bedoelde vertegenwoordiger of van een onafhankelijke vertegenwoordiger die een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent. (§ 5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (§ 6) . De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat, Staat een vennootschap beheerst of wordt beheerst door een vennootschap wordt beheerstvennootschap, die inwoner verblijfhouder is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat er zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (§ 1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (§ 2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, mijn een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt. (§ 3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, inrichtingen uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting ten behoeve van de onderneming wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend voor reclamedoeleinden, reclamedoeleinden voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (§ 4) . Een persoon -niet ­niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- 5­ die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, is wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, beschouwd indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, uitoefent tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (§ 5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, vertegenwoordiger op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (§ 6) . De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat, Staat een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner verblijfhouder is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (§ 1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (§ 2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) : 1* een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) ; 2* een filiaal; (c) ; 3* een kantoor; (d) ; 4* een fabriek; (e) ; 5* een werkplaats; (f) ; 6* een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) geëxploiteerd; 7* de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf zes maanden overschrijdt. (§ 3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) : 1* gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) ; 2* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) ; 3* een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) ; 4* een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) ; 5* een vaste bedrijfsinrichting ten behoeve van de onderneming wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, ,die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (§ 4) . Een persoon -niet niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- § 5 die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting van de onderneming beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (§ 5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Deze bepaling is niet van toepassing op een vertegenwoordiger, die voor rekening van een verzekeringsonderneming handelt en die een machtiging bezit om namens deze onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent. (§ 6) . De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is onderneming van een overeenkomstsluitende Staat, Staat een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat of een onderneming die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), beheerst of door een dergelijke onderneming wordt beheerst stempelt een van beide vennootschappen ondernemingen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "“vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) . De uitdrukking "“vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder bijzonder: (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;; en (f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g3. De uitdrukking “vaste inrichting” omvat tevens: a) de plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie-, installatie- of assemblagewerkzaamheden of daarmee verband houdende werkzaamheden van toezicht die op die plaats worden verricht, doch alleen indien de duur van dat bouwwerk of die werkzaamheden meer bedraagt dan 12 maanden; b) het verlenen van constructiewerkzaamheden diensten, daaronder begrepen adviezen en diensten van leidinggevende aard, door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat door middel van werknemers of ander personeel die de onderneming daartoe heeft in dienst genomen, maar enkel wanneer die diensten op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat worden verleend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur twaalf in totaal 6 maanden overschrijdtin enig tijdvak van 12 maanden te boven gaat. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een “vaste inrichting wordt inrichting” niet aanwezig geacht indien indien: (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering levering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of afleveringlevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de ondernemingonderneming andere werkzaamheden te verrichten, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de subparagrafen a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is – voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of wordt beheerst door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking ",,vaste inrichting" ’’ een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking ",,vaste inrichting" ’’ omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats;, en (f) f. een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) 3. Als vaste inrichting wordt beschouwd de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of montagewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezichthoudende aard die aldaar worden uitgeoe- fend, indien de duur twaalf van dit bouwwerk of deze werkzaamheden zes maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien geacht, indien: (a) a. gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) c. een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) d. een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen inlichtin- gen in te winnen; (e) e. een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen, die van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft; f. een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve een combinatie van de ondernemingin de onderdelen a. tot en met e. genoemde werk- zaamheden, die mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijf- sinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulp-werkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger waarop het zevende lid van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat toepassing is – voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten over- eenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in een Verdragsluitende Staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepa- lingen van het eerste en tweede lid, geacht in die Staat een vaste inrich- ting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsin- richting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de aankoop bepalingen van goederen voor de ondernemingdat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 6. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een verzekeringsonderneming van een Verdragsluitende Staat, behou- dens in geval van herverzekering, geacht een vaste inrichting in de andere Staat te bezitten, indien zij op het grondgebied van die Staat pre- mies int of risico’s verzekert die aldaar worden gelopen, door tussen- komst van een persoon niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordi- ger waarop het zevende lid van toepassing is. 7. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende een Verdragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair com- missionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) De enkele 8. Alleen de omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking ",,vaste inrichting" ’’ een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoe- fend. (2) . De uitdrukking ",,vaste inrichting" ’’ omvat in het bijzonder bijzonder: (a) a. een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) b. een filiaal; (c) c. een kantoor; (d) d. een fabriek; (e) e. een werkplaats;, en (f) f. een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g) de a. Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of installatie- of montagewerkzaamheden in een Verdragsluitende Staat, of daarmee in verband staande diensten van toezichthoudende aard, vormt alleen een vaste inrichting in die Verdragsluitende Staat indien de duur ervan twaalf maanden overschrijdt; b. een installatie of bouwsel gebruikt voor de exploratie van natuur- lijke rijkdommen in een Verdragsluitende Staat, of daarmee in verband staande diensten van toezichthoudende aard, of een boorinrichting of een schip dat gebruikt wordt voor de exploratie van natuurlijke rijkdommen in een Verdragsluitende Staat vormt alleen een vaste inrichting in die Verdragsluitende Staat indien dit gebruik of deze diensten de duur van twaalf maanden overschrijdt, onderscheidenlijk overschrijden; c. het verlenen van diensten binnen een Verdragsluitende Staat, daar- onder begrepen diensten van adviserende aard, door een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat door middel van werknemers of andere personeelsleden die verblijven in de eerstgenoemde Staat en die gecon- tracteerd zijn door die inwoner voor een dergelijk doel, vormt alleen een vaste inrichting in die Verdragsluitende Staat indien dergelijke diensten de duur van twaalf maanden overschrijden. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking ,,vaste inrichting wordt inrichting’’ niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) a. het gebruik wordt gemaakt maken van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) b. de verkoop, na een tentoonstelling of jaarbeurs, van aan de onder- neming toebehorende tentoongestelde goederen of koopwaar; c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebe- horende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) d. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende toebe- horende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend voor de bewerking of verwerking verwer- king door een andere onderneming; (d) e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen kopen, of inlichtingen inlichtin- gen in te winnenwinnen of te verspreiden, of marktonderzoek te doen dat van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft; (e) f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft; g. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de letters a. tot en met f. genoemde werkzaam- heden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsin- richting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (4) Een 5. Indien een persoon -niet – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin vertegenwoor- diger waarop het zesde lid van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat toepassing is – voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten over- eenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar in een Verdragsluitende Staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepa- lingen van het eerste en tweede lid, geacht in die Staat een vaste inrich- ting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsin- richting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de aankoop bepalingen van goederen voor de ondernemingdat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. (5) 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende een Verdragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar in die Staat zaken doet door middel bemiddeling van een makelaar, een algemeen commissionair com- missionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Verdrag- sluitende Staat, een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Verdragsluitende Staat of die dat in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting inrich- ting van de het andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst dit Verdrag betekent de uitdrukking "„vaste inrichting" ” een vaste bedrijfsinrichting waarin door middel waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden verricht. (2) . De uitdrukking "„vaste inrichting" ” omvat in het bijzonder bijzonder: (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, een steengroeve olie- of enige gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;; en (g) de een landbouwbedrijf, een veehouderij of een bosbouwbedrijf. 3. Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan constructie- of installatiewerkzaamheden vormt alleen een vaste inrichting indien de duur ervan twaalf maanden overschrijdt. (3) Een 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking „vaste inrichting wordt inrichting” geacht niet aanwezig geacht indien te omvatten: (a) gebruik wordt gemaakt het gebruikmaken van inrichtingen, inrichtingen uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming onderne- ming toebehorende goederengoederen of koopwaar; (b) het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend uitslui- tend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehoudenof koopwaar, uitsluitend uitslui- tend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehoudenbedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koop- waar aan te kopen of inlichtingen informatie in te winnen; (e) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming enige andere werk- zaamheid te verrichten; f) het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve met als enig doel een combinatie van de ondernemingin de onderde- len a tot en met e genoemde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat die werkzaamheid, of, in het geval van onderdeel f, het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard zijn is of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhulpwerkzaamheid heeft. 5. Het vierde lid is niet van toepassing op een vaste bedrijfsinrichting die door een onderneming gebruikt of aangehouden wordt indien dezelfde onderneming of een nauw daarmee verbonden onderneming op dez- elfde plaats of op een andere plaats in dezelfde verdragsluitende staat bedrijfsactiviteiten verricht, en a) die plaats of die andere plaats voor de onderneming of voor de nauw daarmee verbonden onderneming een vaste inrichting vormt op grond van de bepalingen van dit artikel; of b) het geheel van de activiteiten dat voortvloeit uit de combinatie van de activiteiten die door de twee ondernemingen op dezelfde plaats, of door dezelfde onderneming of nauw daarmee verbonden onderne- mingen op de twee plaatsen worden uitgeoefend, niet van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft, op voorwaarde dat de bedrijfsactiviteiten die door de twee ondernemingen op dezelfde plaats, of door dez- elfde onderneming of nauw daarmee verbonden ondernemingen op de twee plaatsen, worden uitgeoefend aanvullende taken zijn die deel uitmaken van een samenhangende bedrijfsvoering. 6. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, maar onder voorbehoud van de bepalingen van het zevende lid, indien een persoon namens een onderneming optreedt in een verdragsluitende staat en daarbij gewoonlijk overeenkomsten sluit, of gewoonlijk de voornaamste rol speelt die leidt tot het sluiten van overeenkomsten die stelselmatig zonder materiële wijziging door de onderneming gesloten worden, en die overeenkomsten gesloten zijn: a) in naam van de onderneming; of b) voor de eigendomsoverdracht of voor het verlenen van het gebruiksrecht van goederen die aan die onderneming toebehoren of ter zake waarvan de onderneming het gebruiksrecht heeft; of c) voor het verlenen van diensten door die onderneming; wordt die onderneming geacht in die staat een vaste inrichting te hebben met betrekking tot alle werkzaam- heden welke die persoon voor de onderneming verricht, tenzij de werkzaamheden van een dergelijke per- soon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij zouden worden verricht door middel van een vaste bedrijfsinrichting (4) Een anders dan een vaste bedrijfsinrichting waarop het vijfde lid van toepassing zou zijn), deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. 7. Het zesde lid is niet van toepassing indien de persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- die in een overeenkomstsluitende Staat verdragsluitende staat optreedt voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam isverdragsluitende staat, wordt in de eerstgenoemde staat een bedrijf uitoefent als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens onafhankelijke vertegenwoordiger en voor de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. (5) Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen handelt in de normale uitoefening van hun bedrijf handelendat bedrijf. Wanneer een persoon evenwel uitsluitend of nagenoeg uitsluitend optreedt voor een of meer ondernemin- gen waarmee hij nauw verbonden is, wordt die persoon ten opzichte van elke dergelijke onderneming niet geacht een onafhankelijke vertegenwoordiger te zijn in de zin van dit lid. (6) 8. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die lichaam dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, verdragsluitende staat een vennootschap lichaam beheerst of door een vennootschap lichaam wordt beheerst, die beheerst dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat verdragsluitende staat of die dat in die andere Staat zaken doet staat zijn bedrijf uitoefent (hetzij met behulp door middel van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt bestempelt een van beide vennootschappen lichamen niet tot een vaste inrichting van de het andere. 9. Ten behoeve van de toepassing van dit artikel wordt een persoon geacht nauw te zijn verbonden met een onderneming indien uit alle relevante feiten en omstandigheden blijkt dat de ene zeggenschap heeft over de andere of dat beide onder zeggenschap staan van dezelfde personen of ondernemingen. In elk geval wordt een persoon geacht nauw verbonden te zijn met een onderneming indien de ene direct of indirect meer dan 50 percent bezit van het uiteindelijke belang in de andere persoon (of, in het geval van een lichaam, meer dan 50 percent bezit van het totale aantal stemmen en de waarde van de aandelen van het lichaam of van het uiteindelijke belang in het vermogen van het lichaam) of indien een andere persoon of onderneming direct of indirect meer dan 50 percent bezit van het uiteindelijke belang (of, in het geval van een lichaam, meer dan 50 percent bezit van het totale aantal stemmen en de waarde van de aandelen van het lichaam of van het uiteindelijke belang in het vermogen van het lichaam) in de persoon en de onderneming of in de twee ondernemingen.

Vaste inrichting. (§ 1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "" vaste inrichtinginrichting " een vaste bedrijfsinrichting waarin met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (§ 2) . De uitdrukking "" vaste inrichtinginrichting " omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;, en (f) een mijn, een olie­ of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;gewonnen of geëxploiteerd. (g) de § 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan is slechts dan een vaste inrichting indien de duur daarvan twaalf maanden overschrijdt. (3) Een § 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de leden a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. (4) Een § 5. Indien een persoon -niet ­ niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin op wie paragraaf 6 van paragraaf (5)- die toepassing is ­ voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (5) § 6. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) § 7. Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 6 wordt een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat beschouwd in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting te bezitten indien zij in die andere Staat premies int of aldaar gelegen risico's verzekert, door middel van een agent die een onafhankelijk statuut geniet en die een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent. § 8. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) . Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent. (2) . De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats; (f) een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; (g) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf zes maanden overschrijdt.; (3) . Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; (e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, werkzaamheden ten behoeve van de onderneming, die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben. (4) . Een persoon -niet ­niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf (5)- 5­ die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, uitoefent tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming. Een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt evenwel geacht in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting te hebben zodra zij op het grondgebied van de laatstgenoemde Staat premies int of op dat grondgebied gelegen risico's verzekert door bemiddeling van een vertegenwoordiger die niet behoort tot de in paragraaf 5 hierna bedoelde categorie van personen. (5) . Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (6) . De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerstbeheert, die inwoner verblijfhouder is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), ) stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Vaste inrichting. (1) Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin handels­ of nijverheidsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefentworden uitgeoefend. (2) De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder : (a) een plaats waar leiding wordt gegeven; (b) een filiaal; (c) een kantoor; (d) een fabriek; (e) een werkplaats;; en (f) een mijn, een olie­ of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;. (g3) de De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan is slechts dan een vaste inrichting indien de duur daarvan twaalf maanden overschrijdt. (34) Een Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een "vaste inrichting wordt inrichting" niet aanwezig geacht indien : (a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; (b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, aangehouden uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; (c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; (d) een vaste bedrijfsinrichting handels­ of nijverheidsinrichting wordt aangehouden, aangehoudend uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen;: (e) een vaste bedrijfsinrichting handels­ of nijverheidsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden, ten behoeve van de onderneming, onderneming andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebbenhebben te verrichten; f) constructiewerkzaamheden door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat worden uitgevoerd met aan de onderneming toebehorende goederen die uit deze overeenkomstsluitende Staat afkomstig zijn, of met aan de onderneming toebehorend uitrustingsmateriaal dat uit die Staat afkomstig is; g) een vaste handels­ of nijverheidsinrichting wordt aangehouden. uitsluitend om verscheidene van de in de leden a) tot f) vermelde werkzaamheden te verrichten op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste inrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft. (45) Een Indien een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van op wie paragraaf (5)- die 6) van toepassing is- voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen (1) en (2), geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij zijn de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de aankoop in paragraaf (4) vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van goederen voor een vaste handels­ of nijverheidsinrichting zouden worden verricht, die inrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de ondernemingbepalingen van die paragraaf. (56) Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. (67) De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.